Bron : AD De Dordtenaar
Een sierlijke spelverdeler
Siegmund Sewpersad vond het voetbalplezier bij de amateurs toch nog terug
In 1991 kwam het voetbal de 20 jaar oude Siegmund Sewpersad de neus uit. De middenvelder was het na zijn betaalde voetbalavontuur bij Excelsior helemaal zat.
Eerder had hij voor Emma, de club waar hij als 13-jarige begon, DFC en DS’79/Dordrecht’90 – met oefenmeesters als Cees van der Sluis, Frans Struis, Cor van der Gijp en Simon Kistemaker – gespeeld.
Zowel aan de Krommedijk als op Woudestein was hij contractspeler. Bij de Dordtse bvo, waar hij vier jaar speelde, was het voor hem na de samensmelting tussen Dordrecht’90 en het Schiedamse SVV – een misbaksel bekokstoofd door Kees den Braven en John van Dijk – einde verhaal. ,,Het was een rommeltje. Er waren tussen de vijftig en zestig contractspelers en voor de jongeren was er geen plaats meer.”
In tegenstelling tot het gros van de jonge garde leek er voor hem nog toekomst als betaald voetballer en hij signeerde bij toenmalig eerstedivisionist Excelsior een 3-jarig contract. De start was hoopgevend en de kleine technicus speelde een aantal wedstrijden in de hoofdmacht.
Het liep spaak toen hij door een lichte vorm van astma getroffen werd en een paar wedstrijden aan zich voorbij moest laten gaan. Na zijn herstel draafde hij nog een keer op tegen Heracles, waarna het over en uit was. Oorzaak was het vervullen van zijn militaire dienstplicht. Een gegeven dat in zijn contract was opgenomen. ,,Ik werd per wedstrijd betaald”, weet Sewpersad, die zodoende geen stuiver meer verdiende. De 19-jarige voetballer, een groentje nog, voelde zich in de maling genomen en zijn ongenoegen leidde uiteindelijk tot een arbitragezaak met een voor hem gunstige afloop.
Na een jaar stilzitten begon hij na een ontmoeting met Cees van der Sluis weer aan voetbal te denken. ,,Ik kwam hem bij de Gamma tegen en hij vroeg of Frans Struis, toen trainer van DFC, mij mocht bellen.”
Het voetbalvuurtje, dat voorgoed gedoofd leek te zijn, ontvlamde na een gesprek met Struis weer. Op zijn 21ste begon hij aan een lange, succesvolle carrière, waaraan pas op zijn 37ste een eind kwam. Een loopbaan, die hem titels opleverde bij DFC, Emma, RCD en ook nog langs EBOH voerde. ,,Spelen bij RCD was een oude belofte aan Louis Laros”, merkt Sewpersad, die RCD eveneens koos vanwege trainer Frans Struis. Ook speelde hij met veel plezier en succes in de zaalvoetbalteams van IFD, Ceverbo, Hans Mol en Jan Schouten Boys (JSB). Tijdens een wedstrijd voor JSB, tegen het Groningse Leek, botste hij op het blessurespook, dat hem op een gescheurde kruisband kwam te staan.
Op het veld is de 46-jarige in Suriname geboren en in 1980 naar Dordrecht verhuisde Sewpersad, die zich een echte ‘schapenkop’ voelt, nog steeds actief. ,,Bij DFC, toch mijn cluppie, speel ik in een soort familie-elftal. Ik kom overal mensen tegen die me nog kennen. En dan even lekker gezellig kletsen over vroeger”, zegt de liefhebber van de derde helft. ,,Zo was het vroeger ook. In de wedstrijd schoten we elkaar het licht uit de ogen, maar na afloop was het klaar met een hand, een praatje en een drankje.”
De tweebenige Sewpersad was een sierlijke spelverdeler, had veel gevoel in zijn trap, kapte en draaide behendig en verzond zijn passes met een verfijnde precisie. Scoren deed hij ook. Vooral met zijn linkerbeen. ,,Mijn linker was dodelijk en met mijn rechter voetbalde ik”, lacht de trotse vader van dochter Khusi.
Gesloten voor reacties