Afgelopen zaterdag ontvingen wij op ons complex een bezoeker met een bijzondere missie. Christiaan Resing, een echte voetballiefhebber pur sang, heeft zichzelf ten doel gesteld om alle 2e klassers (en daarboven) van Nederland in ieder geval 1 maal te bezoeken.
Tot op heden was hij nog nooit bij ons op bezoek geweest, maar daar is nu verandering in gekomen. Chris was toeschouwer bij de jammerlijk verloren wedstrijd van DFC1 tegen Wieldrecht (hij had zijn huiswerk gedaan en bleek een ware kenner van de DFC selectie), sprak na afloop met bestuurders van DFC en Wieldrecht, meldde zich ter plekke aan voor een jubileumboek bij Arie Heijstek en mengde zich daarna in de menigte beneden in onze stampvolle kantine; en bleef daar vervolgens nog een behoorlijke lange tijd hangen. Naar aanleiding van zijn bezoek schreef hij het volgende verslag:
Op de plek waar drie rivieren samenkomen die het drukst bevaren waterknooppunt van Europa zijn, vindt men de stad Dordrecht. Als doorwaadbare plaats in een rivier ontstaan verkreeg het rond 1220 stadsrechten en groeide door tot een stad met een omvang van circa 120.000 inwoners. Een stad waar de Biesbosch op een steenworp vandaan ligt vol traditie, folklore, cultuur en sport. Vooral dat laatste gegeven, i.h.b. de (zaterdag)voetbalsport, zorgt ervoor dat ondergetekende vandaag eens afreist naar de zesde zeehavenstad van Nederland.
Met Eendracht Brengt Ons Hoger (EBOH), EMMA en DFC had Dordt ooit drie profvoetbalclubs in de gelederen, waarbij laatstgenoemde ooit de onderliggende zondagamateurvereniging was van het hedendaagse Dordrecht 90. Een vereniging opgericht op 16 augustus 1883 en daarmee de op zes na oudste voetbalclub van Nederland. Een vereniging met een ballotagecommissie, eentje waarvan je dus niet zomaar lid van kon worden. Een vereniging die in haar historie twee bekerfinales wist te winnen en die meerdere internationals heeft voortgebracht. Een vereniging waar mannen als Elek Schwartz, Hans Kraaij senior en Piet de Visser trainer waren en waar Blauwbilgorgel Kees Buddingh trouw supporter was. In 1972 zou DFC het profvoetbal de rug toekeren en zich weer aansluiten bij het amateurvoetbal op zondag.
Door de tijd heen kwam het zondagvoetbal om meerdere redenen dusdanig onder druk te staan dat het de verantwoordelijken beter leek om op zaterdag verder te gaan. Na onderaf te zijn begonnen lukte het de Schapekoppen om via twee achtereenvolgende promoties op te klimmen naar de tweede klasse zaterdag, waar zij nu voor het derde seizoen achtereen in spelen. Dit jaar in de tweede klasse F, waarin meer clubs te vinden zijn met een zondagvoetbalachtergrond zoals dubbelpromovendus Leerdam Sport 55 en het op zaterdag even oude (!) SVW. Toevalligerwijs ook nog spelende in de kleuren rood en wit!
Een eerste voetbalkennismaking volgde eerder dit jaar op een mooie februarizaterdag te sportpark het Hooghuys in Breda. Thuisploeg the Gunners, een gastvrije volksclub in de Haagse Beemden met in de gelederen Bredaas voetballer van het jaar Paul Pedersen was gastheer van DFC. Deze jubilerende voetbalclub (ontstaan uit personeelsleden van de toenmalige munitiefabriek Hispano-Suiza) won in Dordrecht nog met 2-3, maar moest nu lijdzaam toezien hoe de Mohan-equipe aan de hand van de zeer opvallende Marvin Hooplot de driepunter meenam naar het Eiland van Dordrecht: 0-2.
Een hernieuwde kennismaking volgde medio maart op de speeldag van de stadsderby, als DFC stuit op Wieldrecht. De mannen van de Smitsweg, met tot dan toe het minste aantal overwinningen in 2F op de teller, spelen al voor het achtste seizoen op rij in de tweede klasse en wisten al drie maal een periodetitel in de wacht te slepen. De Reeweg Oost ligt er in de Siberische wind trots bij, met een imposante tribune, mooie kantine en knusse bestuurskamer. Een pronkstuk in die bestuurskamer is een opvallend schilderij uit de tijd van het profvoetbal van DFC, welke alle stormen des tijds moeiteloos schijnt te hebben doorstaan. Een ander opvallend portret is die van de Beschermheer van DFC, de Heer Verzijl. Helaas begin maart overleden, een man met een enorme staat van dienst voor zijn club, een icoon. Een man die onder andere de hele periode van het betaalde voetbal DFC bestuurde en bestierde. De vele bekers, banieren, boeken en andere relikwieën maken deze ontvangstruimte tot een zeer historische plaats, een schatkamertje. De grootste schatkamer is in bezit van de archivaris van DFC, de Heer Arie Heijstek. Wat deze man allemaal (digitaal) heeft opgeslagen heeft ervoor gezorgd dat DFC de club is met het grootste (digitale) archief van Nederland. Een zeer bijzondere man van staal die onroerend goed is in de dingen die hij aanpakt. Hulde.
Op het veld is er voor DFC deze middag niet veel eer te behalen, Wieldrecht is doortastender op de belangrijke momenten en beslissend scherper voor de goal. In een wedstrijd waarin drie strafschoppen worden gegeven trekt Wieldrecht verdiend aan het langste eind; 1-4. De tweede winst op DFC dit seizoen na de 4-2 thuisoverwinning eind oktober.
De gezellige afsluiting in de kantine, met zanger en vele oud-voetballers van zwaar kaliber, zorgen voor de puntjes op de i. Dat DFC onder leiding van een Dynamische voorzitter zich in de loop der tijd met veel talentvolle jeugd moge omringen, haar Feestelijke zaterdagavonden weet te behouden en nog maar veel Cultuur mag toevoegen aan het grote hoofdstuk van het Zaterdagvoetbal!
Dank voor de gastvrijheid en het ga jullie goed
Christiaan Resing
Gesloten voor reacties